Nieuwe kansen voor catering: het kantoor wordt een clubhuis

Mensen gaan na Corona veel minder op kantoor werken. Tot wel 50% minder, zo luiden sommige voorspellingen. We gaan ook veel minder zakelijk reizen, we hebben gemerkt dat het ook anders en effectiever kan. Gelijktijdig zagen we ook de voor- en nadelen van video-conferencing en digitale evenementen. We zijn al dat Zoomen nogal een beetje zat. Nieuwe en multifunctionelere versies van Zoom en Teams moeten een deel van dat online-ongemak proberen op te heffen. Veel minnen en enkele plussen dus voor de oude manier van kantoorwerk.

Als je dat allemaal op een rij zet, dan zou je zeggen dat het er ‘donker’ uitziet voor alles wat met kantoren en catering te maken heeft. Maar niets is minder waar. Het kantoor krijgt pijlsnel een andere functie. We gaan het kantoor zien als een clubhuis, waar het leuk is om naar toe te gaan. En dat biedt nieuwe kansen.

Voor klassieke catering ziet het er donker uit

In 2020 hebben we als FSIN berekend wat alle effecten van de Covid-crisis gaan betekenen voor de toekomstige markt voor contractcatering. En de cijfers voor 2020 logen er ook niet om. Cateraars zagen hun markt dalen met €1.249 miljoen, een daling van 36,6%. Bovendien waren er al allerlei concurrerende initiatieven voor de klassieke ‘bedrijfskantine’. Zelfbedieningswinkeltjes in kantoren en bedrijven, bezorgers die lunches en maaltijden kwamen leveren op kantoor. Medewerkers die meer gingen wandelen en buiten het pand iets kochten enzovoort.

Het zag er dus donker uit voor het verdienmodel van contractcateraars. Waarom zouden werkgevers nog subsidie geven voor de bedrijfslunchvoorzieningen als steeds minder mensen daar gebruik van zouden maken? Dan kan het verdienmodel van een cateraar gewoon niet meer uit. Ook al omdat de lucratieve bedrijfsfeestjes en jubilea van het toneel verdwenen.

Een nieuwe rol voor het kantoor

Toch komt er een nieuwe lucratieve werkelijkheid aan voor cateringbedrijven, vooral voor die bedrijven die én lenig zijn én het gastvrijheidsdenken al hoog in hun vaandel hebben staan. Want werkgevers zien dit alles – wat ik hiervoor heb omschreven – ook gebeuren. En al voor Corona waren er bedrijven die bezig waren om het kantoor een totaal andere functie te geven. Het kantoor is dan niet langer een plek om achter een bureau te zitten, te gaan bellen of stukken te maken. Dat kunnen medewerkers inderdaad veel beter thuis doen.

Het kantoor moest de plek worden waar juist al die andere dingen moeten plaatsvinden waar succesvolle teams van medewerkers bij floreren en waar de werkgevers grote behoefte aan hebben. Ik geef een aantal voorbeelden van dingen waar werkgevers mee bezig zijn en waar een ‘totaal andere werkomgeving’ bij kan helpen.

  • Werkgevers willen graag de binding van medewerkers met het bedrijf versterken.
  • Werkgevers willen goede medewerkers vast kunnen houden, breed ontwikkelen en met welzijn en welvaart en persoonlijke ontplooiing helemaal kunnen verweven met de visie van het bedrijf.
  • Leiders willen – ook spontaan – hun mensen ontmoeten, hun visie delen en ervaren hoe dat wel of niet inspireert.
  • Als je op inspirerende plekken creatieve ontmoetingen kunt arrangeren werkt dat altijd positief.
  • Hoe goed is het als je even over elkaars schouder kunt kijken en zien hoe een collega een probleem aanpakt en ideeën daarover uitwisselen.
  • Wat we vooral gemist hebben is om elkaar als collega’s in de ogen te kunnen kijken en zorgen te delen en wellicht meteen weg te nemen. Ook de privé-aangelegenheden even ‘kwijt’ kunnen aan kantoorvrienden hebben we gemist.
  • Iedereen weet ook dat het scheppen van kansen voor onverwachte ontmoetingen leiden tot nieuwe ideeën.
  • Het coachen en opleiden van medewerkers kun je uiteraard plannen, maar vaak zijn het juist de ongeplande spontane aanwijzingen ‘during smalltalks’, die het meest effectief zijn.

Google heeft de weg gebaand

Al voor Corona waren sommige bedrijven met deze strategie bezig. Meestal de meest innovatieve bedrijven. De crisis met al zijn gedwongen thuiswerksituaties heeft vele andere werkgevers de ogen geopend. Zij kijken intussen met heel andere ogen naar de functie van een kantoor en daarmee wordt ook de rol van voedings- en genotmiddelen op zo’n nieuw kantoor een totaal andere. Ik heb al meerdere bedrijven gezien waar food topprioriteit is bij het creëren van medewerkerstevredenheid. Google was vanaf de start (22 jaar geleden) al het meest opvallende bedrijf dat kantoren anders ging inrichten en waar ontbijt, lunch, avondeten en gezonde snacks een uiterst belangrijke rol speelden in het welbevinden van de medewerkers.

Twee soorten werk

Je zou kunnen zeggen dat we in de komende jaren een grotere scheiding gaan zien in soorten wekelijks werk van de gemiddelde medewerker.

  • Het gewone productiewerk van kantoormedewerkers. Stukken lezen, produceren, telefoontjes met klanten en collega’s en het functionele overleg daarover. De hoeveelheid tijd die we daarmee bezig zijn is gemiddeld pakweg 60% van onze wekelijkse werktijd. Dat soort werk kan inderdaad grotendeels op een beter ingericht thuiskantoor plaatsvinden en met modernere versies van Teams of Zoom ondersteund worden. Het komt de concentratie en productiviteit ten goede.
  • Andere werkzaamheden, ontmoetingen, overleggen, brainstormsessies, trainingen, vieringen en het ontvangen van relaties kunnen niet thuis en vragen juist een veel aantrekkelijkere sfeervolle en gastvrije omgeving.

Uiteraard variëren de percentages van deze scheiding van werkzaamheden per soort bedrijf en invulling van een functie, maar de indeling laat zien dat de rol van een werkplek echt mag veranderen.

De clubhuisfunctie van het kantoor

Juist omdat deze laatste categorie belangrijker gaat worden voor de continuïteit en de winstgevendheid van een bedrijf, zal het kantoor van de toekomst een totaal andere rol gaan spelen. Om het heel simpel samen te vatten: het moderne kantoor wordt een ‘clubhuis’ waar het leuk is om te komen, waar je extra (maar functioneel) verwend wordt en waar je altijd wat extra’s gaat geven en ontvangen.
Wat betekent dat in de praktijk?

  • Kantoren moeten als gebouw al superaantrekkelijk en sfeervol zijn. Anonieme betonnen bunkers zijn uit de tijd.
  • De aankleding en inrichting van een kantoor moet gezellig, sfeervol, veilig en ruimtelijk zijn.
  • Niet het bureau staat centraal in zo’n kantoor, maar juist ontmoetingsruimtes, retraite hoekjes, inspiratie-plekken en hedonistische voorzieningen (even lekker eten en ontspannen).
  • Dit soort ‘business-club-huizen’ zijn uiteraard voorzien van alle digitale technieken (straks ook Artificial Intelligence) die de medewerkers kunnen ondersteunen en mensen van buiten digitaal, maar toch sfeervol, kunnen betrekken wat binnen gebeurt.

Clubhuiscatering wordt ‘Chefsache’

Als dit de werkelijkheid gaat worden, zal het meteen duidelijk zijn dat Cateraars een zeer belangrijke rol kunnen spelen bij het realiseren en actueel houden van dit soort clubhuizen.

  • Eten en drinken wordt belangrijker. Het moet gezonder, afwisselender, inspirerender en lekkerder dan de oude lunch of bedrijfsborrel.
  • Het lekker en gezond kunnen eten, drinken en snacken hoeft niet perse in een aparte ruimte, maar moet bij elk van de gebruikte ruimtes gebruikt kunnen worden.
  • De uitstraling van zo’n clubhuis wordt straks net als in een restaurant in hoge mate bepaald door de inrichting en dienstverlening. Gastvrijheid en het gevoel van ‘welkom’ past beter bij een bedrijf met horecagevoel dan bij een facilitaire dienstverlener. Daardoor komt de (nieuwe) cateraar in beeld.
  • Aan de andere kant zal de veiligheid (denk aan ventilatie en hygiëne) nauw verweven moeten kunnen worden met gezondheid en sfeer en alleen daarom zullen cateraars een belangrijke rol moeten kunnen spelen in zo’n nieuwe kantooromgeving.
  • En niet in de laatste plaats moet zo’n nieuw clubhuis-achtig kantoor ook echt iets doen met de medewerkers. De binding met het bedrijf en de tevredenheid van de werknemer zal duidelijk moeten verbeteren. Ook dat wordt dan een onderwerp waar cateraars zich mee moeten bemoeien.
  • Uiteraard betekent dit iets voor het klassieke verdienmodel van een contractcateraar. Het oude subsidiedenken moet overboord. Clubhuiscatering wordt ‘Chefsache’. Het moet een onderwerp worden op de directietafel van een bedrijf. De functie van zo’n kantoor, mét al zijn voorzieningen op gebied van food, wordt immers hét grote hulpmiddel om medewerkers betrokken te houden bij het bedrijf en innovatief en competitief te blijven. Dat besteed je niet uit aan een inkoopmanager van facilitaire diensten.

Het vak van de cateraar verandert

Maar het betekent ook iets voor de huidige cateraars. Hun job zal een totaal andere worden. Er zijn nieuwe kernkwaliteiten nodig. Clubhuiscateraars moeten veel meer investeren in kwaliteit, sfeer, service en gastvrijheid. Dus meer richting horeca. Wat dat betreft kunnen ze leren van innovatieve horecabedrijven, maar zeker ook van de speciaalzaak. Bovendien moeten ze allerlei nieuwe digitale diensten en services kunnen integreren. Ze moeten zich dus opnieuw uitvinden. Ik weet intussen van veel cateraars dat dit denken hen wel aanspreekt en dat ze – voorzichtig – stappen aan het zetten zijn. Ik weet dat elke reis begint met kleine stapjes. Maar de eerste lakmoesproef zal zijn of het hen lukt in hun eigen kantoren dit in praktijk te brengen.

En nu de overheid nog

Een belangrijke bottleneck is (nu nog) de overheid. De regel dat subsidiëring van voedsel belastingtechnische gevolgen heeft voor werkgever en werknemer moet overboord. Corona geeft daarvoor alle aanleiding. Het is te hopen dat er – in navolging van Rob Baan (Koppert Cress) – geprocedeerd wordt tegen deze absurde oude regels. Een werkgever zou zijn medewerkers gratis een gezonde lunch moeten kunnen aanbieden. Dat hoort bij goed werkgeverschap anno 2021. De sector als geheel zou zich hier hard voor moeten maken, inclusief de bonden van werkgevers en werknemers.

Deel dit blog!

Blijf op de hoogte van alle ontwikkelingen in food